Roofvogels

Op de aarde leven miljoenen vogels. Er zijn heel grote, bijvoorbeeld de struisvogels. En heel kleine, zoals roodborstjes. Ze hebben allemaal een verenpak en ze ademen net als wij door longen. In hun lichaam zitten beenderen. Die vormen samen het geraamte. De beenderen zijn veel lichter dan die van de mens. Dat komt, omdat ze hol zijn. Er zijn verschillende vogelfamilies. Bijvoorbeeld de zangvogels, de eendvogels en de roofvogels. De roofvogels zijn vleeseters. Ze vangen kleine dieren. In de lucht, op de grond of in het water. Met hun krachtige klauwen grijpen ze hun prooi. Aan de klauwen zitten scherpe gebogen nagels. Alle roofvogels hebben scherpe ogen. Daarmee kunnen ze al op grote afstand een prooi zien. Zoals vogels, ratten, muizen, konijnen en hazen. In de lucht kun je ze herkennen aan de grote vleugels, waarmee ze uitstekend kunnen vliegen. Vooral grote roofvogels, zoals arenden en gieren, zijn door die vleugels echte zweefvliegers. Elke roofvogel heeft een vrij kleine kop en een sterke, kromme snavel. Het wijfje is altijd groter dan het mannetje. Haar verenpak is ook anders van kleur. De meeste roofvogels hebben een schutkleur. Daardoor vallen ze in hun omgeving bijna niet op.

Roofvogels in Nederland

In ons land wonen kleine roofvogels, zoals valken, uilen, haviken, sperwers en buizerds. De torenvalk komt het meeste voor. Je kunt hem wel eens boven een weiland of langs een autoweg zien. Of als ergens veel muizen zijn. Het is dan net, alsof hij in de lucht stilstaat. Dat stilstaan wordt bidden genoemd. Dan bewegen zijn lange, spitse vleugels erg snel. Hij verkent zijn jachtterrein en kijkt steeds naar de grond of hij een prooi ziet. Als hij een muis ontdekt, stort hij pijlsnel omlaag en laat zich op de muis vallen. Hij doodt hem meteen. Er zijn ook valken die met hun klauwen een vogel in de lucht grijpen. Dat doen bijvoorbeeld de giervalken.

Jacht

De meeste roofvogels gaan overdag op jacht. Het zijn dagroofvogels Maar de uilen doen dat niet. Ze gaan op jacht in de schemering en 's nachts. Het zijn nachtroofvogels. Ze kunnen in het donker goed zien, maar nog beter horen. En door hun zacht verenpak kunnen ze bijna onhoorbaar vliegen.

Planten

In de natuur groeien veel planten. De groene planten zijn het voedsel van verschillende planteneters, bijvoorbeeld veldmuizen, ratten, konijnen, hazen. Dus van knaagdieren. Heel wat van de planteneters worden op hun beurt door vleeseters opgegeten. Door vleesetende zoogdieren of roofvogels. Dit alles samen noemen we een voedselketen. In een voedselketen eet het ene levende wezen het andere op. Een voedselketen begint altijd met een groene plant.

Voedselketen

Dit is bijvoorbeeld een voedselketen. Een groen blad wordt gegeten door een rups. De rups wordt door een koolmees opgegeten. Tenslotte wordt de koolmees door een roofvogel of een ander roofdier gevangen.