
Roofdieren
Roofdieren leven in bijna de hele wereld. Er zijn landroofdieren en zeeroofdieren. Leeuwen, tijgers, wolven, beren, katten wezels en hermelijnen bijvoorbeeld horen tot de landroofdieren. Zeeleeuwen zijn zeeroofdieren. Het zijn allemaal zoogdieren. Het moederdier voedt de jongen met melk.
Landroofdieren
Landroofdieren kun je vooral herkennen aan hun gebit. Je moet het gebit van een kat maar eens goed bekijken. Naast de kleine snijtanden staan grote, puntige hoektanden. Daarmee houdt ze een prooi vast. De kiezen hebben scherpe randen. Ze worden knipkiezen of scheurkiezen genoemd. Doordat de onderkaak van een kat smaller is dan de bovenkaak, glijden de kiezen tijdens het eten als de bladen van een schaar langs elkaar. Het voedsel wordt als het ware geknipt. Zo gaat het bij alle roofdieren. Aan de poten van een landroofdier zitten vier of vijf tenen. Ze hebben scherpe klauwen. Er zijn roofdieren die hun klauwen kunnen intrekken, zoals de katachtigen. Maar de meeste kunnen dat niet. Alle landroofdieren kunnen goed ruiken, zien en horen. Je kunt zeggen: ze hebben uitstekende zintuigen. Rondom hun mond zitten tastharen. Die zijn erg gevoelig. Hun zintuigen en de tastharen komen bij het op jacht gaan goed van pas. De meeste roofdieren trekken in de schemering of in het donker op jacht. Sommige gaan samen op speurtocht, bijvoorbeeld wolven en hyena's. Hebben ze een prooidier ontdekt, dan drijven ze het op. Net zolang tot ze het hebben gevangen. Samen verscheuren en verslinden ze het. Andere gaan alleen, zoals de hermelijn, de wezel en de tijger. Ze sluipen om een prooi te vangen. De meeste roofdieren eten alleen het vlees van een prooi. Het zijn vleeseters. Ook zijn er alleseters. Die eten vlees en planten.
Tijgers
Tijgers leven alleen in het werelddeel Azië. In het koude Siberië en in de landen Mongolië, China, Korea en India. De rassen die in het koude noorden leven hebben een dikke, wollige vacht. Rassen die in de tropen wonen hebben korte gladde haren. Alle tijgers hebben op hun oranjebruine vacht zwarte strepen, van boven naar beneden. Ze hebben echte kattenogen. Ze schitteren en hebben grote pupillen. Daardoor kunnen ze in het donker goed zien. Een tijger leeft het liefst eenzaam. Tussen hoog riet, of tussen dichte struiken. Ook komen ze in hoge bergstreken voor. Omdat tijgers ook wel mensen aanvielen, is er veel jacht op ze gemaakt. Ze waren bijna uitgeroeid. Daarom zijn ze nu beschermd. Zonder vergunnig mag er geen jacht op worden gemaakt.
Maak jouw eigen website met JouwWeb